Integratie en keten

Zoals eerder aangehaald, kwam er een integratie op gang toen de kalvermelkfabrikanten en handelaren het ondernemersrisico van de kalverhouders overnamen. Daarmee werden al enkele facetten van de totale productieketen aan elkaar gekoppeld, zij het op dat moment nog vooral in economische zin. Sindsdien heeft de kalversector grote ontwikkelingen doorgemaakt. De meeste grotere bedrijven beheren àlle elementen van de uitgebreide productieketen. Het verzamelen en selecteren van nuchtere kalveren, het opzetten bij kalvermesters, de technische en veterinaire begeleiding, de productie van de voeders, het transport, het slachten, het verwerken van de huiden en de vleesversnijding tot consumentenverpakking, het maakt veelal allemaal deel uit van dezelfde organisatie.


In Nederland bestaan drie integraties: de Vandrie Group, de Denkavit Groep en de Pali Groep. De Vandrie Group is de grootste te wereld, daarover later meer. Denkavit startte in 1929 als handelsonderneming in diervoedergrondstoffen, gespecialiseerd in de eerste fase van de opfokperiode. Het bedrijf was één der uitvinders van de kalvermelk en ligt dus aan de basis van de moderne kalversector. Deze groep is actief in Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië, doch heeft geen eigen slachterijen. De Pali Groep vindt zijn oorsprong in de Brabantse veehandel Paridaans & Liebregts en werd in 1959 opgericht. Dit familiebedrijf is een internationaal opererende veehandelsorganisatie, maar ook een belangrijke producent van kalfsvlees, met een eigen kalverslachterij (Dumeco), een huidenzouterij (Bohide) en een uitbenerij in Duitsland (Koch Kalbfleisch). Ook in België zijn enkele belangrijke ketens actief. Sopraco omvat de kalverhandel en kalverhouderijen van Vilatca, voederfabriek Bepro, slachterij Lornoy, vleesveredelaar Norenca en de transporttak Tejo. Ook de firma Vanlommel heeft een eigen integratie maar wil daarover geen informatie verstrekken. De integrale productieketen Jos Theys behoort tot de VanDrie Group. In Frankrijk is Lactalis met zijn 15 miljard euro omzet en 52.000 man personeel een zeer grote groep, wereldmarkleider op het gebied van zuivel en Europa's grootste kaasmaker. Lactalis profileert zich met haar kalfsvlees in het Franse retailkanaal met het merk Tendriade en is de grootste Franse kalfsvleesproducent. Verder wordt Frankrijk gedomineerd door Sobeval (VanDrie Group), SVA en Bigard-Socopa. De vier vertegenwoordigen 40% van de landelijke productie. De Italiaanse kalversector, die zich voornamelijk in Piemonte concentreert, is zeer gefragmenteerd. Enkele grote bedrijven, Inalca en Unipeg, doen weliswaar in kalfsvlees doch richten zich vooral op rundvlees. Ook zijn er slachterijen als Unilleva en Corticella die via de contractmesterij een deel van de keten beheersen. Maar uiteindelijk zijn de belangrijkste spelers op kalvergebied relatief niet groot. Unipeg heeft een marktaandeel van 9%, Colomberotto 5% en Vercelli 4%. Nergens is de kalversector zo sterk geïntegreerd als in Nederland. Vergelijken we de twee grote productielanden Nederland en Frankrijk met elkaar dan zien we wezenlijke verschillen. Ten eerste hebben de Nederlandse kalverhouderijen gemiddeld 600 tot 700 kalverplaatsen tegenover Frankrijk 250 à 300. Wel beschikken de Franse bedrijven over veel meer cultuurgrond: 25 tot 35 ha tegenover Nederland 5 tot 7 ha. Ook qua gezinsinkomen zijn de verschillen aanzienlijk: in Nederland 50.000 euro per jaar tegenover Frankrijk de helft. De sterke organisatie- en integratiegraad geeft Nederland een voorsprong. Volgens een studie van Rabobank ligt de productieprijs per kalf in Nederland daardoor zo'n 50 euro lager dan in de meeste andere landen.


De sterkte van een keten is duidelijk: àlles is in eigen hand. Niets wordt aan het toeval overgelaten en de diverse specialismen vullen elkaar aan. Dankzij hun onderlinge uitwisseling van ervaringen en gegevens kunnen bijsturingen en verbeteringen gebeuren. Daarnaast, zeer belangrijk, kunnen de productiestromen worden getraceerd. Van elk stukje vlees dat in de supermarkt ligt, kan de volledige geschiedenis worden achterhaald tot aan het nuchtere kalf. Daarover elders in dit boek meer.


Hoe zal de productie er in de toekomst uitzien? Allereerst hebben we te maken met politieke beslissingen die van grote invloed zijn. Europa wil alle agrarische subsidieregelingen afschaffen en de boeren daarvoor in de plaats een flat-rate subsidie toekennen. Hiermee wil men accentueren dat de boer een andere rol krijgt toebedeeld: van producent naar landschapsbeheerder. Flat rate wil zeggen een vast bedrag per hectare. Voor Nederland en België zal dat ongetwijfeld minder gunstig uitpakken dan voor Frankrijk waar de boeren meer grond hebben. Ook zullen de melkquota worden afgeschaft, waardoor de veeboeren weer kunnen groeien. Op het eerste gezicht zou je denken dat er daardoor veel meer nuchtere kalveren op de markt zullen komen. Sommige deskundigen ontkennen dat, zij zien de melkproductie vooral groeien door een hogere melkgift per koe. Politieke beslissingen zijn echter niets vergeleken bij wat de veranderende wereld te wachten staat. Voerden Europa en Noord-Amerika lange tijd de exclusieve boventoon als het om welvaart ging, nieuwe landen zijn sterk in opkomst. Kijk alleen maar even naar China, een land met 1,3 miljard inwoners. Het is een land waar men vooral varken, kip en eend consumeert, maar toch. Mochten de Chinezen door hun groeiende welvaart ooit 100 gram kalfsvlees per persoon willen gaan eten, betekent dat 130 miljoen kilo, meer dan de helft van wat Nederland jaarlijks produceert. Ubifrance, het Franse overheidsorgaan dat de wereldwijde ontwikkelingen volgt, is van mening dat China vanaf 2016 een belangrijke importeur van kalfsvlees zal worden. Verder mag verwacht worden dat India zal opstaan als een belangrijke importeur. Merkwaardig is dat de koe er heilig is, het kalf niet. De stedelijke gebieden van India zijn in ijltempo aan het verwesteren, westers eten is er booming.


Maar zullen landen als China en India niet zelf producent worden? Volgens Henny Swinkels niet op korte termijn. Een keten is niet te kopiëren, eenvoudigweg omdat het een denken is dat van binnenuit ontstaat en groeit. Je kunt de keten niet in stukjes hakken en iedereen zijn eigen gang laten gaan. Daarom verwacht Henny dat de nieuwe welvaartslanden tot op de middellange termijn interessant zullen zijn voor Europa.

  • Deze website gebruikt cookies
  • Deze melding verbergen